De Berketrekkers leiden een duister bestaan… Eigenlijk zijn we zoals superhelden, een moderne soort Bat-, Super- of Spiderman. Overdag leiden we een rustig, onopvallend bestaan en houden we ons bezig met dagdagelijkse beslommeringen en onbelangrijke futiliteiten. En net zoals onze helden veranderen we ’s nachts van identiteit, schudden we onze alledaagsheid van ons af en trekken er op uit om de wereld een beter plekje te maken. Zoals Clark Kent in Superman verandert om de wereld te gaan redden, worden de Berketrekkers de illustere ‘Saturday Gang’!
Er zijn wel een paar kleine verschilletjes hoor… We hebben bijvoorbeeld nog niet zo heel vaak de wereld gered. En we hoeven ons niet in een telefooncel te verbergen om een spannend nylon blauw-rood pakje aan te doen. Meestal kunnen we immers terecht in een grote tent om ons in onze lekker ruime zwart-oranje truien te hijsen. En als we er, zoals vrijdag 7 mei, op uit trekken om nog eens een deftig potje te gaan touwtrekken, verandert onze naam nog eens. Van het al redelijk onheilspellend klinkende Saturday Gang wordt er overgeschakeld op het flitsende ‘Saturday Gang On Friday! Een hele mond vol, dus om de tongspieren van de wedstrijdleiders en de omroeper te sparen, korten we dit welwillend af tot Sgof. Lekker toch?
Deze namen zijn gereserveerd voor onze recreantenploegen, die regelmatig vrijdags en zaterdags aantreden. Het zijn oudgedienden, éénmalige avonturier-touwtrekkers en enkele vaste waarden om de ploeg te versterken en een beetje extra training op te doen. En om plezier te maken! Want daar draaien recreatiewedstrijden uiteindelijk om. En als we iets van deze vrijdagwedstrijd in Retie kunnen zeggen, is dat we ons geamuseerd hebben. De organisatie lag in handen van de Retiese touwtrekvereniging Familie Janssens, oorspronkelijk echt een familie maar in de loop der jaren uitgegroeid tot respectabele tegenstander met zeer veel leden verenigd onder hun zwart-witte clubkleuren. Maar zelfs als grootste touwtrekvereniging in Vlaanderen heb je het weer niet in de hand. Het was het typische weer waarvoor de mensen vroeger speciaal het woord ‘druilen’ hebben uitgevonden. Het druilde (Oh wat hou ik van zo’n lekkere woorden)! Gestaag plensde regendruppels op ons neer, wat niet zo fijn is als je een paar uur buitenstaat. Bij deze dus enorm veel respect voor de wedstrijdleiding, die zich zelfs niet eventjes in de tent konden terugtrekken om hun verkleumde botten wat te ontdooien. Maar een beetje zelfmedelijden mag ook wel, ik heb ook staan bibberen in mijn korte broek (ware het niet voor een geleende bodywarmer, was ik gelijk uit mijn touwtrekbotten gebibberd, en dat is natuurlijk geen zicht).
Maar, een beetje regen houdt touwtrekkers niet tegen, stoer als we zijn. Dus onze twee recreatieploegen, Sgof 1 (Jeugd) en Sgof 2 (Heren) gingen het veld op en deden hun ding. En ze deden dat goed. De af en toe voorkomende achterstand in gewicht maakten we ruimschoots goed met de ervaring van onze vaste waarden en de vechtlust van de recreatieleden. Af en toe lieten we er een mannetje uit, want het moet voor de tegenstander ook spannend en tof blijven, en niemand vindt het leuk om in 5 seconden te verliezen. Anders heb je het jaar erop helemaal geen ‘pure’ recreatieploegen meer, en dat zou doodzonde zijn.
Tijdens de pauzes tussen 2 trekken werden de ploegen herhaaldelijk bestookt met vragen van de immer hypersympathieke spring-in’t-veld Luc Alloo, die een hoogstaand stukje sportjournalistiek op band kwam vastleggen. Een realistische visie op de moderne touwtreksport? Zeker niet. Een leuk stukje televisie? Waarschijnlijk wel. Lastig als ze een micro onder je kletsnatte bakkes duwen en een felle lamp op je ogen mikken? Zeker wel. Mja, alle publiciteit voor touwtrekken is welkom, zullen we dan maar zeggen…
In ieder geval, aan alles kwam een einde. Helaas niet aan de regen, maar gelukkig wel aan de wedstrijden, zodat we rustig in de warme, droge tent konden wachten op de prijsuitreiking. Op zo’n vrijdagavondwedstrijden zijn punten en rangschikkingen voor ons niet echt belangrijk, maar ik kan wel zeggen dat we het verdienstelijk gedaan hebben. Een paar minuten later vlogen de hormonen over en weer tussen enkele van onze jongens en verscheidene meisjes van een rivaliserende touwtrekbende. Testosteren werd naar hun tafel gezwierd, waarop een felle tegenaanval met oestrogeen volgde. Onze jongens beantwoordden deze dreiging met spuitbussen slagroom, maar de onversaagde grieten aan de overkant counterden snel met een stel goedgerichte eieren. Een paar minuten en een resem verse T-shirts later werd een wapenstilstand afgekondigd, een broos vredesverdrag dat weinig kans heeft een volgende wedstrijddag te overleven, volgens VN-waarnemers.
Enfin, uiteindelijk moeten ook superhelden terug in hun dagdagelijkse kleinburgelijke korset kruipen, dus rond middernacht kropen we in de auto’s richitng Merksplas, maar niet zonder onze souvenirs van die avond. Zoals daar zijn: borstels, tuinscharen en longvallingen… Tja, als we maar gezond zijn he. 2 dagen later was het competitie, waar het er iets serieuzer aan toe gaat, deze wordt immers georganiseerd onder het welwillende oog van de vernieuwde BTB (Belgische Touwtrek Bond) en verloopt volgens de officiële TWIF-regels (Tug-of-War International Federation). Maar dankzij de bekwaamheid van onze Merksplasse Berketrekkers, hebben ze hun koppositie in de combi-klasse behouden en wat plaatsjes ingelopen in de jeugdklasse… Nog een paar wedstrijddagen en dan is het prijzentijd! Neejzekers!